In het complexe speelveld van re-integratie en 2e spoortrajecten zijn het Inzetbaarheidsprofiel (IZP) en de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) onmisbare instrumenten. Maar hoe interpreteer je deze documenten nu optimaal voor het opstellen van een zoekprofiel? En wat zijn eigenlijk de belangrijkste verschillen tussen een IZP en een FML? In een openhartig gesprek met Mariska Koele besprak ik uitgebreid de nuances, valkuilen en praktische tips rondom het gebruik van IZP en FML.
In deze blog neem ik je mee door onze inzichten, geïllustreerd met treffende voorbeelden uit de praktijk. Daarbij leg ik helder uit hoe het IZP en de FML zich tot elkaar verhouden, zodat je als professional precies weet waar je op moet letten. Als je werkt in de re-integratie krijg je vroeg of laat te maken met het IZP en de FML. Maar wat houden deze instrumenten precies in? En waarom zijn ze zo belangrijk?
De Functionele Mogelijkhedenlijst (FML)
De FML is een gestandaardiseerd instrument dat door verzekeringsartsen van het UWV wordt gebruikt om de belastbaarheid van een cliënt vast te leggen. Het is bedoeld voor het bepalen van de mate van arbeidsongeschiktheid. De FML komt bijvoorbeeld in beeld bij de WIA-beoordeling. Bedrijfsartsen kunnen de FML ook gebruiken om de belastbaarheid te omschrijven in het kader van re-integratie. Zij mogen de belastbaarheid weergeven in FML-achtige termen. In de FML worden beperkingen en mogelijkheden van een werknemer vastgelegd aan de hand van zes rubrieken:
- Persoonlijk functioneren
- Sociaal functioneren
- Fysieke omgevingseisen
- Dynamische handelingen
- Statische houdingen
- Werktijden
Elke beperking wordt in de FML volgens vaste definities en normwaarden ingevuld. De arbeidsdeskundigen van het UWV gebruiken deze informatie om via een geautomatiseerd systeem te beoordelen welke functies iemand nog kan uitvoeren. Dit is het Claimbeoordelings- en Borgingssysteem, of kort: CBBS.
Het Inzetbaarheidsprofiel (IZP)
Het IZP is ontwikkeld voor bedrijfsartsen om de belastbaarheid weer te geven in het kader van re-integratie. Het doel van het IZP is om op een praktische en toegankelijke manier de belastbaarheid van een werknemer in kaart te brengen. Het IZP biedt meer ruimte voor nuance en toelichting dan de FML. De bedrijfsarts kan bijvoorbeeld praktijkvoorbeelden toevoegen of uitleg geven bij bepaalde beperkingen. Dit maakt het IZP een flexibeler instrument, dat beter aansluit bij de dagelijkse praktijk van re-integratie.
Net als de FML is het IZP opgebouwd uit zes rubrieken, maar de invulling is minder strikt en meer gericht op maatwerk.
Hoe gebruik je IZP en FML bij het opstellen van een zoekprofiel?
Volgens Mariska en mij hebben re-integratiecoaches bij 2e spoortrajecten het meest moeite met het interpreteren van de beperkingen die zich bevinden in de rubrieken: persoonlijk functioneren, sociaal functioneren en dynamische handelingen. Soms is er ook moeite met de rubriek werktijden.
Vaak spelen psychische componenten een rol. Bijvoorbeeld overbelasting, prikkelgevoeligheid of verminderde belastbaarheid door stress. Fysieke beperkingen zijn soms duidelijk, maar psychische beperkingen vragen om een betere interpretatie en zorgvuldigheid.
Het verschil tussen objectieve en subjectieve beperkingen
Een veelvoorkomende valkuil is het verwarren van subjectieve beleving met objectieve beperkingen. Mariska geeft het voorbeeld van een bodybuilder die normaal 130 kilo tilt, maar na een blessure 'slechts' 50 kilo aankan. Voor deze persoon voelt dit als een grote beperking, maar volgens de FML-normen is er formeel geen beperking.
Bij de FML geldt het gemiddelde van de beroepsbevolking als maatstaf. “Conform de definities van een FML of een IZP zit hij nog steeds boven het gemiddelde of boven de normaalwaarde van wat mensen normaal kunnen”, aldus Mariska. “Je zal die beperking in de regel niet terugzien in een FML.”
FML-normen
De normaalwaarde in een FML is het uitgangspunt waaraan de belastbaarheid van een werknemer wordt getoetst. Deze normaalwaarde staat voor wat de gemiddelde Nederlander tussen de 16 en 65 jaar geacht wordt te kunnen, zowel lichamelijk als geestelijk. Alleen als een werknemer op een bepaald punt afwijkt van deze normaalwaarde, wordt dit als een beperking genoteerd in de FML. Zo wordt objectief vastgelegd waar iemand minder belastbaar is dan gemiddeld. Dit wordt vervolgens gebruikt om passend werk te zoeken of arbeidsongeschiktheid te beoordelen.
Dit onderscheid leidt regelmatig tot onbegrip bij cliënten. Zij zien hun eigen beperkingen niet terug in het profiel. Ook bij coaches die geneigd zijn mee te gaan in het verhaal van hun cliënt, kan onbegrip ontstaan. Ik zeg altijd: “Als het niet op papier staat, dan is het niet waar. Dat is natuurlijk onzin, maar dat is wel waar we als coaches mee te werken hebben.”
De rol van de 2e spoorcoach: meebewegen of begrenzen?
2e spoorcoaches hebben soms de neiging om op de stoel van de bedrijfsarts te gaan zitten en extra beperkingen toe te voegen op basis van hun eigen waarnemingen of het verhaal van de cliënt. Dit is risicovol. Het zoekprofiel wordt te smal, waardoor de kans op succesvolle re-integratie afneemt. Mariska waarschuwt: “Meegaan in het verhaal van de cliënt is tricky. Je moet werken met wat er op papier staat. Als iemand het er niet mee eens is, dan is het van belang dat degene hierover in gesprek gaat met de bedrijfsarts.”
De formele route is belangrijk: als er onenigheid is over het IZP of FML, hoort de werknemer dit via de bedrijfsarts of werkgever te bespreken. Eventueel is een second opinion of deskundigenoordeel een uiterste middel.
Lees ook deze blog met Mariska Koele over haar visie op een sterk 2e spoortraject.
Het belang van goede interpretatie: voorbeelden uit de praktijk
1. De deadline-paradox
Veel misverstanden ontstaan door verkeerde interpretatie van termen als: veelvuldige deadlines. Mariska legt uit: “De strikte definitie is dat het om een harde deadline gaat, met een direct gevolg als deze niet gehaald wordt. Bijvoorbeeld: een journalist die een stuk voor de krant moet aanleveren vóór de druk. Als het niet op tijd is, blijft de plek in de krant leeg. Dat is een echte deadline. Hectiek of tijdsdruk die iemand zichzelf oplegt is geen deadline volgens de FML-definitie.”
2. Conflicthantering
Een andere eye-opener is de tekst: “Kan conflicten uitsluitend in schriftelijk en telefonisch contact hanteren”. Dit betekent dat face-to-face conflicthantering uitgesloten is. Eliane geeft toe dat zelfs ervaren coaches hier soms overheen lezen, terwijl het een cruciale beperking is voor het zoekprofiel.
3. Verstoring en prikkelgevoeligheid
Het begrip verstoringen wordt vaak gezien als een collega die aan je bureau komt praten, maar het gaat om het schakelen tussen verschillende informatiebronnen en taken. Bijvoorbeeld een receptionist die continu tussen balie, telefoon en computer moet schakelen. Dit soort nuances zijn essentieel voor het opstellen van een realistisch zoekprofiel.
De samenwerking met de arbeidsdeskundige
Een goed zoekprofiel staat of valt met de kwaliteit van de informatie uit het IZP of FML én de duiding door de arbeidsdeskundige. Arbeidsdeskundigen zijn soms weinig concreet in hun adviezen en stellen bijvoorbeeld: “Er moet een 2e spoortraject worden ingezet”. Of ze zijn juist te specifiek, zonder onderbouwing: “Cliënt kan werken als pontschipper of loempiavouwer”. Dit helpt de 2e spoorcoach niet verder en kan zelfs leiden tot sancties bij een verkeerd zoekprofiel.
Het advies: zoek altijd contact met de arbeidsdeskundige bij vragen of onduidelijkheden. Goede samenwerking en communicatie zijn cruciaal voor een effectief traject. Mariska: “Ik vind dat we als arbeidsdeskundigen in de samenwerking met de 2e spoorcoaches nog wel wat te verbeteren hebben. Voor mij is het namelijk zo essentieel voor een goed zoekprofiel dat je snapt wat er staat en dat je daar naartoe kunt werken.”
Valkuilen en tips voor het opstellen van een zoekprofiel
Valkuilen:
- Te veel meegaan in het verhaal van de cliënt, waardoor het zoekprofiel te smal wordt.
- Zelf extra beperkingen toevoegen die niet in het IZP of FML staan.
- Onvoldoende kennis hebben van de definities achter de beperkingen.
- Slecht communiceren met de arbeidsdeskundige, waardoor het profiel niet aansluit bij de realiteit.
Tips:
- Lees het volledige IZP of FML zorgvuldig, woord voor woord.
- Check bij twijfel altijd de formele route. Bespreek onduidelijkheden met de bedrijfsarts via de werkgever.
- Vraag de arbeidsdeskundige om toelichting als het advies te algemeen of te specifiek is.
- Leg aan de cliënt uit wat de beperkingen betekenen en waarom ze wel of niet zijn opgenomen.
- Gebruik de zes rubrieken als leidraad en wees alert op de definities van termen als veelvuldige deadlines, verstoringen en conflicthantering.
Het belang van training en vakmanschap
Uit het gesprek blijkt dat veel coaches en zelfs ervaren arbeidsdeskundigen moeite hebben met de interpretatie van FML en IZP. Training, kennisdeling en intervisie zijn essentieel om de kwaliteit van zoekprofielen te verhogen en zo de kans op succesvolle re-integratie te vergroten.
Mariska en Eliane geven trainingen waarin deze onderwerpen uitgebreid aan bod komen. Hierin gebruiken zij veel praktijkvoorbeelden en is er genoeg ruimte voor discussie. Ook hebben ze een boek: FML, beperkingen en re-integratie.
IZP en FML zijn een fundament voor maatwerk
Het opstellen van een goed zoekprofiel begint bij een grondige, objectieve analyse van het IZP of FML. Alleen door nauwgezet te werken volgens de formele kaders, in nauwe samenwerking met de arbeidsdeskundige en met oog voor de juiste interpretatie van beperkingen, kan een 2e spoorcoach effectief bijdragen aan duurzame re-integratie.
Zoals Mariska het treffend samenvat: “Begin nou eens met het goed lezen van een FML of IZP. Alleen al als je het heel goed leest, kun je er heel veel uithalen.”
Wil je als coach of arbeidsdeskundige je vakmanschap vergroten? Investeer in kennis, training en samenwerking. Want alleen samen maak je het verschil voor de werknemer die op zoek is naar passend werk.
Deze blog is gebaseerd op het gesprek tussen Mariska en Eliane, aangevuld met praktijkvoorbeelden en inzichten uit hun gezamenlijke trainingen.
Boost je 2e spoorpraktijk!
Speciaal voor zelfstandig werkende 2e spoorcoaches.
In 6 weken krijgt je 2e spoorbusiness een enorme boost in:
- vakkennis
- ondernemerschap
- onderscheidend vermogen!
Je ontdekt je blinde vlekken en weet nadien haarscherp waar jou onderscheidend vermogen in de markt ligt. Je business wordt beter en aantrekkelijker omdat jij stevig in het zadel zit.
Samenwerken met Eliane?
Meer weten?
Live 1-daagse kennistraining
2e spoorcoach
Succesvolle 2e spoortrajecten worden begeleidt door coaches vol energie, overtuigd van eigen kunnen, met een volle rugzak coachingskills, gedegen vakinhoudelijke kennis én met het juiste beeld van het werkveld te werk gaan. Want zelfverzekerde en vakinhoudelijk sterke 2e spoorcoaches leveren eigenlijk altijd goede trajecten.
Schrijf je in voor de 1-daagse kennistraining 2e spoorcoach.
Alle info, locaties en datums vind je op de website: Klik hier voor alle informatie

Podcast voor 2e spoorcoaches
Elke aflevering in gesprek met een andere interessante expert op het gebied van 2e spoor en re-integratie.
Klik op de groene button om te luisteren!
