Het invullen van de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) is belangrijk, maar vormt ook een ingewikkeld onderdeel van het re-integratieproces bij langdurig zieke werknemers. Daarom ging ik in gesprek met Izzet Özkan, verzekeringsarts en specialist op het gebied van de FML. Samen legden we de nuances van dit proces bloot. We bespraken de verschillen tussen de FML en het Inzetbaarheidsprofiel (IZP), hoe je een FML correct invult en wat nodig is om fouten op dit gebied te voorkomen. In deze blog deel ik graag Izzets meest waardevolle inzichten.

Wat is de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML)?

Laten we beginnen met de basis: de inhoud van de FML en waarom dit document bestaat. De Functionele Mogelijkhedenlijst is een methode die is ontwikkeld om de belastbaarheid van een werknemer weer te geven. De FML wordt gebruikt o.a. om te bepalen of iemand in aanmerking komt voor een WIA-uitkering of een Ziektewet-uitkering. Tegenwoordig wordt de FML ook breder toegepast, onder andere bij bedrijfsartsen en arbeidsdeskundigen.

De Functionele Mogelijkhedenlijst biedt de kans om in detail weer te geven wat de belastbaarheid is van een zieke werknemer. Dit gebeurt in verschillende gradaties. Zo kunnen specifieke beperkingen worden vastgelegd, zoals hoe lang iemand kan staan of wat iemand kan tillen. Maar ook andere fysieke en mentale mogelijkheden kunnen worden aangegeven.

Het verschil tussen de FML en het Inzetbaarheidsprofiel

Dan bestaat ook nog het Inzetbaarheidsprofiel, kort: IZP. Dit is in sommige opzichten te vergelijken met de Functionele Mogelijkhedenlijst, maar is niet hetzelfde. Het IZP is een eenvoudigere en minder gestructureerde manier om een algemeen beeld te schetsen van de belastbaarheid van een zieke werknemer. Dit instrument wordt vooral door bedrijfsartsen gebruikt.

Wat is dan precies het verschil? De FML biedt een veel strikter kader voor het vastleggen van iemands belastbaarheid, terwijl het IZP meer ruimte laat voor de interpretatie van de persoon die het document invult. 

Een voorbeeld van Izzet om dit verschil te illustreren:

Stel, een werknemer heeft ernstige rugklachten. In een FML kan een arts specificeren dat de werknemer maximaal 5 kilo mag tillen en slechts twee uur per dag mag zitten. In een IZP zou deze situatie simpelweg omschreven kunnen worden als: beperkt belastbaar voor tilwerkzaamheden en zittend werk. De details die in de FML wel worden vastgelegd, ontbreken in dat geval. Dit maakt het voor een arbeidsdeskundige lastig om zijn onderzoek op zorgvuldige wijze uit te voeren.

Incomplete informatie bij het IZP

Dit gebrek kan leiden tot misverstanden. Ook zorgt het mogelijk voor inefficiënte re-integratietrajecten. De informatie is simpelweg niet compleet genoeg. Het gevaar is dus dat een IZP vaak minder objectief en minder nauwkeurig is, vooral ook omdat er geen richtlijnen, kaders of trainingen bestaan over hoe het document gebruikt moet worden. De belastbaarheid wordt daarom met een IZP wisselend vastgelegd en dat kan re-integratie belemmeren.

Training om de FML goed te gebruiken

De Functionele Mogelijkhedenlijst vraagt best veel van de persoon die het document invult. Niet gek dus dat, zo vertelde Izzet mij, verzekeringsartsen bij het UWV hiervoor een intensieve training krijgen. In drie dagen leren zij hoe ze de FML op de juiste manier gebruiken. Maar bedrijfsartsen die dezelfde verantwoordelijkheid dragen, krijgen deze uitgebreide training niet. Zo kunnen alsnog onnauwkeurigheden ontstaan in de FML. Het mogelijke resultaat? Onjuiste beslissingen in iemands re-integratieproces.

Volgens Izzet zijn trainingen voor bedrijfsartsen, praktijkondersteuners en casemanagers uitermate belangrijk om goed resultaat te halen uit de Functionele Mogelijkhedenlijst. Hij geeft zelf ook trainingen, en tegenwoordig ook in de vorm van een “on demand” training, en ziet in de praktijk waarom dit zo hard nodig is. De trainingen zorgen ervoor dat professionals de juiste kennis en vaardigheden ontwikkelen om de belastbaarheid van zieke werknemers nauwkeuriger en consistent vast te leggen.

Het belang van een goed ingevulde FML

Een Functionele Mogelijkhedenlijst die goed ingevuld is, kan veel verschil maken. Het voorkomt fouten in het re-integratieproces en verkleint daarmee ook de kans op loonsancties. Die kunnen namelijk ook opgelegd worden als de FML niet goed ingevuld is en er daardoor onjuiste adviezen worden gegeven.

Daarbij biedt de FML een duidelijk beeld van wat iemand nog kan. Dit is een referentiepunt voor alle betrokken partijen, inclusief de arbeidsdeskundige en 2e spoorcoach. Zonder een volledige FML worden de kansen op succesvolle re-integratie kleiner, omdat niet alle mogelijkheden bekend zijn. Dit is nadelig voor zieke werknemers én werkgevers.

De sleutelrol van de arbeidsdeskundige bij de FML

In het re-integratieproces speelt de arbeidsdeskundige een belangrijke rol bij het interpreteren van de FML of het IZP. Deze professional moet op basis van de informatie in deze documenten bepalen of een werknemer zijn eigen werk nog kan uitvoeren, eventueel in aangepaste vorm. Of dat er ander passend werk is binnen of buiten de organisatie. De arbeidsdeskundige moet dan ook een brug slaan tussen de medische beoordeling van de belastbaarheid en de praktische mogelijkheden op de werkvloer. Dit maakt dan ook dat arbeidsdeskundigen een goed beeld moeten hebben in de verschillende items van de FML om deze juist te kunnen interpreteren.

Echter, zoals Izzet benadrukt, is het niet ongewoon dat arbeidsdeskundigen slechts een oppervlakkig advies geven, zonder concrete functieduidingen. Dit leidt ertoe dat 2e spoorcoaches vaak niet goed weten waar ze moeten beginnen met hun zoekopdracht naar passend werk voor de werknemer. Dit gebrek aan specificiteit kan de effectiviteit van het re-integratietraject ernstig ondermijnen.

Een voorbeeld om dit te illustreren:

Stel, een arbeidsdeskundige geeft aan de iemand een 2e spoortraject in gaat, omdat het eigen werk niet langer passend is. Bij dit advies zit geen duidelijke aanwijzing over functies die wel geschikt kunnen zijn voor de werknemer. Als 2e spoorcoach weet je dan nauwelijks waar je moet beginnen. Er zijn geen concrete handvatten om de werknemer effectief te begeleiden.

Een gericht advies van de arbeidsdeskundige

Wat nodig is, is een duidelijke richting. De arbeidsdeskundige moet daarom zo concreet mogelijk zijn in het advies en heldere functieduidingen geven op basis van de Functionele Mogelijkhedenlijst. Alleen aangeven dat iemand moet re-integreren via het 2e spoor is onvoldoende. 

Een arbeidsdeskundige zou ook moeten specificeren welke functies binnen dit traject mogelijk passend zijn voor een zieke werknemer. Zonder deze richtlijnen blijft een 2e spoorcoach in het duister tasten. Dit verkleint de kans op succesvolle re-integratie aanzienlijk.

Marginaal belastbaar: de uitdaging van zeer beperkte inzetbaarheid

Een bijzonder uitdagende groep in het re-integratieproces zijn de werknemers met een 'marginale belastbaarheid'. Dit zijn werknemers die nog slechts in zeer beperkte mate inzetbaar zijn, vaak door ernstige gezondheidsproblemen. Maar de term ‘marginale belastbaarheid’ is problematisch, omdat het geen officiële definitie heeft. Dit leidt tot veel verwarring en inconsistentie in de manier waarop deze gevallen worden behandeld.

Izzet wijst erop dat de term ‘marginale belastbaarheid’ vaak verkeerd wordt begrepen en toegepast. Bij het UWV wordt deze term geïnterpreteerd als een situatie waarin de werknemer nog wel enkele mogelijkheden heeft, maar deze mogelijkheden zeer minimaal zijn. Dit betekent dat de werknemer niet voldoet aan de criteria voor 'geen benutbare mogelijkheden’., Er zou dus nog enige vorm van werk mogelijk moeten zijn, al is het in beperkte mate.

Een voorbeeld van Izzet dat deze complexiteit verduidelijkt:

Stel, een werknemer kan vanwege een chronische ziekte slechts twee uur per dag lichte administratieve werkzaamheden verrichten. Dit kan worden gezien als ‘marginale belastbaarheid’. Voor een arbeidsdeskundige en 2e spoorcoach is het een uitdaging om te onderzoeken of er werkmogelijkheden zijn die aansluiten bij deze beperkte capaciteit.

Dit vereist een erg gedetailleerd ingevulde FML én zorgvuldige interpretatie van het document. Er moet rekening gehouden worden met alle beperkingen en mogelijkheden die de werknemer nog heeft. Er zijn namelijk wel degelijk nog benutbare mogelijkheden, waarmee voorkomen wordt dat deze werknemer wordt uitgesloten van verdere re-integratiekansen.

Nauwkeurigheid als sleutel tot succes in het 2e spoor

Ik heb het al vaker gezegd: nauwkeurige verslaglegging is essentieel in een 2e spoortraject. Izzet is het hiermee eens. Volgens hem moeten 2e spoorcoaches niet alleen vertrouwen op de informatie in de FML of het IZP. Ze moeten ook regelmatig contact hebben met de arbeidsdeskundige om ervoor te zorgen dat ze alle benodigde informatie hebben om het re-integratietraject van iemand effectief te begeleiden.

Dit gaat overigens verder dan de FML en het IZP alleen. Vaak bieden deze niet alle nuances en context die nodig zijn om een volledig beeld van de situatie te krijgen. Een goede 2e spoorcoach is in staat om met behulp van de FML of het IZP een gericht zoekprofiel op te stellen. Uiteraard rekening houdend met de beperkingen die vastgelegd zijn over de werknemer.

Terugkoppeling en de verdere verslaglegging

Als informatie die je als 2e spoorcoach aangereikt krijgt niet voldoende is, moet je dit terugkoppelen aan de arbeidsdeskundige. Verdere verduidelijking is een redelijke eis. Zo zorg je voor een solide basis van een re-integratietraject en vergroot je de kans op succes.

Daarnaast pak je als 2e spoorcoach natuurlijk zelf je rol door te zorgen voor heldere, gedetailleerde verslaglegging. Dit betekent dat elke stap in het traject moet worden gedocumenteerd, inclusief de redenen waarom bepaalde beslissingen zijn genomen. Dit is niet alleen belangrijk voor de interne opvolging, maar ook om te voldoen aan de eisen van instanties zoals het UWV, die streng kunnen zijn in hun beoordeling van 2e spoortrajecten. Een gebrek aan nauwkeurige verslaglegging kan leiden tot sancties of het niet erkennen van het traject, met alle gevolgen van dien.

Kortom: aan het werk!

Ik zal niet zeggen dat de Functionele Mogelijkhedenlijst een eitje is. Het invullen en interpreteren van de FML of het IZP is complex. Het vereist veel kennis en ervaring. Je moet op de hoogte zijn van hoe de methodes werken, welk doel ze hebben en wat voor gevolgen de inhoud kan hebben. Maar als een FML of IZP goed ingevuld is, kan het een groot verschil maken tussen succesvolle re-integratie en een traject dat vastloopt door slecht gedocumenteerde mogelijkheden.

Conclusie: het belang van training, communicatie en samenwerking

Het invullen en interpreteren van de FML en het IZP is een complex proces dat veel kennis en ervaring vereist. Verzekeringsartsen, bedrijfsartsen, arbeidsdeskundigen en 2e spoorcoaches moeten allemaal goed op de hoogte zijn van hoe deze instrumenten werken en hoe ze effectief kunnen worden gebruikt om een succesvolle re-integratie te realiseren. Training speelt hierin een cruciale rol, evenals goede communicatie en samenwerking tussen alle betrokken partijen.

1 daagse training
FML KUNNEN TOEPASSEN

In 1 dag alle ins en outs over de FML, vertalen naar een goed zoekprofiel, haalhaarheidsonderzoeken en nog veel meer!  

Na deze dag kun jij de FML écht goed toepassen. 

Een kennisbooster voor reintegratie-professionals!


Live 1-daagse kennistraining
2e spoorcoach

Succesvolle 2e spoortrajecten worden begeleidt door coaches vol energie, overtuigd van eigen kunnen, met een volle rugzak coachingskills, gedegen vakinhoudelijke kennis én met het juiste beeld van het werkveld te werk gaan. Want zelfverzekerde en vakinhoudelijk sterke 2e spoorcoaches leveren eigenlijk altijd goede trajecten.

Schrijf je in voor de 1-daagse kennistraining 2e spoorcoach in Utrecht of Arnhem

Alle info en datums vind je op de website: Klik hier voor alle informatie

Podcast voor 2e spoorcoaches

Elke aflevering in gesprek met een andere interessante expert op het gebied van 2e spoor en re-integratie.

Klik op de groene button om te luisteren!


Eliane van Beukering

Eliane van Beukering

Over de auteur

Eliane van Beukering, auteur van het boek 'In 10 Stappen een Succesvol 2e Spoorcoach' en oprichter van 2espoorcoach.nl, is een bevlogen kennisdeler in het werkveld van 2e spoorcoaching.

Met een scherp oog voor beroepsontwikkeling, zet zij zich sterk in om het imago van tweede spoorcoaching positiever te maken. Ze deelt haar kennis om de perceptie te veranderen en leidt daarnaast tweede spoorcoaches op, zodat haar vakgenoten met meer kennis en zelfvertrouwen aan hun beroep uitoefenen.

Haar inspanningen omvatten zowel het delen van inzichten als het persoonlijk coachen van professionals.

Ik vind het leuk als je een berichtje achterlaat
{"email":"Email address invalid","url":"Website address invalid","required":"Required field missing"}

Nieuw boek voor jouw coachees

Een 2e spoortraject
Dit wil je erover weten!

>